BELANG VAN MANAGEMENT BIJ WORMCONTROLE
Door een goed stal- en weidemanagement verlaagt de parasitaire infectiedruk. Dit zorgt ervoor dat ontwormingsmiddelen gerichter ingezet kunnen worden en het ontwikkelen van resistentie vertraagd wordt.
Weidemanagement
Weidemanagement zorgt ervoor dat de infectiedruk op de weide verlaagt. Dit zorgt voor extra werk maar is noodzakelijk om de resistentie tegen de wormmiddelen te vertragen.
- Verwijder 2x per week de mest van de weide. Als paarden in een paddock staan moet de mest dagelijks worden verwijderd. 1,2
- Vermijd overbezetting (ideaal 1 paard/ha). Als er te veel paarden op een weide staan wordt er gegraasd rond de mestplaats. Gebied van 50 cm rond de mestplaatsen die zwaar besmet zijn met wormenlarven.
- Afwisselend grazen met kleine herkauwers (rund, schaap, geit). De larven uit de wormen van paarden die ingeslikt worden door het grazen kunnen zich bij deze dieren niet ontwikkelen tot volwassen wormen waardoor de cyclus is verbroken. 3
- Roteer en laat de weide rusten. Na 1 jaar leegstand daalt de besmetting van cyathostominae al sterk, na 2 jaar leegstand is een weide vrij van larven. 3
- Gebruik bij bijvoeren op de weide een hooiruif. Zo wordt het hooi niet besmet met larven van de weide.
- Bij het hooien van de weide worden de larven afgedood en verlaagt zo de besmettingsgraad van de wormen.
Stal Hygiëne
- Bij paarden die alleen staan is het voldoende om de box 1x per dag uit te mesten.
- Bij groepshuisvesting wordt geadviseerd om de stal 1x om de 2 weken uit te mesten.
- Eitjes van spoelwormen kunnen jarenlang in de stal overleven. Door het goed reinigen van de stal, het liefst met stoom, zal de infectiedruk sterk dalen. Er bestaan geen ontsmettingsmiddelen die de eitjes van spoelworm volledig afdoden.
- Hygiëne is erg belangrijk in een box waarin een merrie en veulentjes staan. In dit geval wordt aangeraden om de stal 2x per dag uit te mesten.
Nieuw paard op stal
- Ontworm een nieuw paard dat binnenkomt op stal bij aankomst.
- Een nieuw paard wordt best gedurende 2 weken in quarantaine gezet (het mag wel alleen op een kleine paddock worden gezet).
- Na een negatief mestonderzoek mag het paard bij andere paarden in de kudde.
Mestonderzoek 4,5
Mestonderzoek maakt deel uit van een wormbeheerprogramma. Het beste moment voor een mestonderzoek in het voorjaar is twee weken voor het opweiden. Bij paarden die het hele jaar door weidegang hebben, is het aangewezen om begin maart een mestonderzoek uit te voeren.
Er wordt aangeraden om tijdens de zomermaanden 2 tot 3 mestonderzoeken te doen. Zo kan er gemonitord worden of er bijkomend selectief ontwormd moet worden.
- Voor mengmonsters of monsters van jonge paarden: ontwormen bij EPG > 200
- Voor monsters van individuele, volwassen paarden: ontwormen bij EPG > 500
Referenties
- Nielsen, M.K., Kaplan, R.M., Thamsborg, S.M., Monrad, J., Olsen, S.N. Climatic influences on development and survival of free-living stages of equine strongyles: Implications for worm control strategies and managing anthelmintic resistance. Vet. J. 2007;174: 23-32.
- ESSCAP Richtlijnen, 2019
- Reid SWJ, Mair TS, Hillyer MH, Love S. Epidemiological risk factors associated with a diagnosis of clinical cyathostomiasis in the horse. Equine Vet J. 1995; 27:127–30.
- CANTER Guidelines (First Edition). 2024. https://canterforhorses.org.uk/guidelines
- Leidraad Paard en Parasieten 2025
MM-40053